MARCELIUS MEDIUM HEALER

Spiritualiteit, Paranormaal, Praktijk, Fyto - Orthomoleculair & Energetische behandelingen















SCIENTIAS - Astronomie


9 artikelen over: ASTRONOMIE SCIENTIAS




Natuurkundige bewijst dat
parallel - Universum bestaat


Door: Caroline Kraaijvanger
18 september 2022
Herplaatsing artikel




Een wetenschapper is erin geslaagd om de activiteiten van het kleinste deeltje: een kwantum, in een
met het blote oog zichtbaar object waar te nemen. De gevolgen zijn groot, want het deeltje geeft veel van
zichzelf en de mogelijkheden bloot: een parallel - universum en tijdreizen: het lijkt allemaal te kunnen. Onder
zoeker Andrew Cleland, van de Californische universiteit koelde een heel klein, maar nog net met het blote oog
zichtbare metalen deeltje, in een koelkast. Hij deed de lichten daarbinnen uit, en zoog alle lucht uit de koelkast zo
dat het deeltje geen last van luchttrillingen had. Vervolgens tikte hij het kleine metalen object aan zodat het als een
stemvork ging trillen. Wat gebeurde er?
Het stond stil en bewoog
tegelijker
tijd.

Doorbraak

Hoe kan dat? Om dat te begrijpen moeten we kleiner gaan denken: aan elektronen. Deze draaien rondom, de kern van
een atoom en nemen diverse statussen aan. Het is moeilijk om deze elektronen op een bepaald moment vast te pinnen.
Alleen, wanneer we de - positie van een elektron willen bepalen, kunnen we deze, tot stilstand dwingen. De doorbraak
van Cleland, is eigenlijk niets - anders dan deze wetenschap - toepassen op iets wat met het blote - oog zichtbaar is.

Bevriezen

“Als je iets in een bepaalde staat bestudeert dan is de theorie dat het universum in tweeën splitst legt Cleland uit.
Je ziet een bal door de lucht - vliegen, maar in een tweede - universum is die bal allang, gevallen. Of anders om.
Volgens deze theorie- bevriest het universum - tijdens een observatie, en zien we slechts één - werkelijkheid.

Zigzag

Het draait dus allemaal om tijd. Volgens onderzoekers voelen we tijd niet, maar nemen we deze wel waar.
Tijdens een saaie vergadering gaat de tijd langzaam en tijdens een avondje stappen vliegt de tijd. “Tijd
lijkt eenrichtingsverkeer dat van het verleden naar het heden loopt,” legt natuurkundige Fred Alan
Wolf uit aan Fox News. “Maar vergeet niet dat er theorieën zijn waarin deeltjes zowel vooruit
als achteruit in de tijd reizen. Als we die deeltjes buiten beschouwing laten dan missen
we een deel van de natuurkunde.” Volgens Wolf reist tijd in ieder geval als het
gaat om kwantummechanica niet rechtuit, maar zigzaggend. Hij
vermoedt dat het mogelijk is om de tijd met
een machine om te
buigen.


Astronaut of tijdreiziger?

Natuurkundige Richard Gott zag eerder al iets soortgelijks als Cleland nu heeft opgemerkt. Hij concludeerde
dat Sergei Krikalev een Russische astronaut die op zes ruimtemissies ging – in dezelfde tijd 1/48 van een seconde
minder oud was geworden dan de rest van de mensheid, omdat hij met zo’n grote snelheid in een baan om de aarde
vloog. Om minder - oud te worden, moet men naar de toekomst - springen en niet hetzelfde heden - meemaken. Gott
concludeerde dan ook dat Krikalev in
principe door de tijd had
gereisd.

Einstein

“Newton zei dat tijd universeel is en dat alle klokken op dezelfde manier tikken,” legt Gott uit aan Fox News. “De wetten
van de natuurkunde zoals we die vandaag de dag kennen en Einsteins speciale relativiteitstheorie suggereren dat zelfs
tijdreizen in principe mogelijk is. Maar om te zien of we naar het verleden - kunnen reizen, moeten we eerst nog een
nieuw aantal natuurkundewetten leren.”

Cleland heeft in ieder geval een stap in de goede richting gezet door de theorie van een onzichtbaar deeltje
naar een hogere en grotere schaal te verplaatsen. In de toekomst zal dit experiment met steeds grotere
objecten moeten worden uitgevoerd. Ook zullen we controle moeten krijgen over de kwantum
mechanica. Als dat lukt, kunnen een aantal - elektronen gemanipuleerd - worden en
behoort het reizen naar andere dimensies tot de mogelijkheden. Of dat ook
iets is om werkelijk naar uit te kijken, zal dan moeten blijken.

> BRON <

Lay-out door:
Marcelius





Fotogenieke Orionnevel komt nog beter uit de
verf op de nieuwe beelden van James Webb


Door: Caroline Kraaijvanger
14 september 2022



De nevel is al veelvuldig gefotografeerd, maar de nieuwste foto’s van James Webb spannen toch de kroon.
Het zijn de scherpste en meest gedetailleerde foto’s die we van het binnenste van de nevel hebben. James Webb
richtte het vizier op het sterrenbeeld Orion en zocht daar vervolgens naar de op 1350 lichtjaar van de aarde gelegen
Orionnevel. Het resulteert in een fantastische foto van het binnenste van de nevel, waarop tal van spectaculaire structuren
te zien zijn. “We zijn weggeblazen door de adembenemende - beelden van de Orionnevel,” aldus astrofysicus Els Peeters, die
deel uitmaakt van het internationale team van onderzoekers
dat de spectaculaire beelden gisteren presenteerde.

De geboorte van sterren

De beelden zijn gemaakt in het kader van een onderzoeksproject dat erop gericht is meer inzicht te krijgen in de totstandkoming
en evolutie van sterren en uiteindelijk ook planeten. Dat James Webb zich daarvoor op de Orionnevel richt, is logisch: in deze nevel
worden namelijk sterren geboren. “Deze nieuwe observaties stellen ons in staat om beter te begrijpen hoe zware sterren de gas- en
stofwolk waarin ze geboren worden, transformeren,” aldus Peeters. “Zware jonge - sterren geven grote hoeveelheden, ultraviolette
straling af aan de gas en stofwolk die hen nog omringen en dat verandert de vorm en samenstelling van die wolk. Hoe dat precies
werkt en hoe dat vervolgens van invloed is op de verdere
vorming van sterren en planeten weten we niet.”

Veelbelovende voorzet

Gehoopt wordt dat James Webb daar meer inzicht in kan geven. En met de prachtige beelden van de Orionnevel geeft de
krachtige ruimtetelescoop alvast een veelbelovende voorzet. Er is van alles te zien. En de details zijn indrukwekkend.
“We zijn nog nooit in staat geweest om de ingewikkelde, fijne details omtrent hoe de interstellaire materie in
deze omgevingen gestructureerd is, te zien,” aldus onderzoeker Emilie Habart.

Wat natuurlijk direct in het oog springt is de balkvormige wolk die zich van de linkerbovenhoek naar de
rechteronderhoek van de foto uitstrekt. Het is een ‘muur’ van dicht gas en stof, waarin de heldere ster θ2 Orionis
A nestelt. Rechtsboven zie je een aantal hete, jonge zware sterren die deel uitmaken van het zogenoemde Trapezium
cluster; een open sterrenhoop, in de Orionnevel. Deze sterren, geven intense - ultraviolette straling af waardoor de balk
vormige wolk, langzaam erodeert. Wanneer je verder inzoomt, zijn er echter, nog veel meer dingen te zien. Waaronder pas
geboren sterren, met daaromheen een gas en stofschijf die in een later stadium weer planeten voort kan brengen (op de foto
hieronder: young star with disk inside its cocoon). Maar ook filamenten, waaruit in de toekomst nieuwe sterren geboren kunnen
worden. En ‘stellaire embryo’s’: sterren die zich nog in de wolk waaruit ze geboren zijn bevinden (op de foto hieronder: young star
inside globule).



Afbeelding: NASA, ESA, CSA. Datareductie en analyse: PDRs4All ERS Team.
Grafische verwerking: S. Fuenmayor & O. Berné.

De waarnemingen van James Webb kunnen niet alleen gebruikt worden om de Orionnevel beter te begrijpen; onderzoekers hopen
door het bestuderen van stervormingsgebieden ook meer duidelijkheid te krijgen over hoe onze eigen ster (en uiteindelijk ook
onze planeet) het levenslicht zagen. Maar het bestuderen van stervormingsgebieden is niet eenvoudig; de grote hoeveel
heden stof maken het bijvoorbeeld voor krachtige optische telescopen zoals Hubble heel lastig om te achterhalen
wat zich daar precies afspeelt. James Webb detecteert echter infrarood licht en stelt ons als het ware in
staat om dwars door dat
stof heen te
kijken.




Linksboven zie je wat een optische telescoop als Hubble ziet, rechtsboven de waarnemingen van James Webb.
Je ziet heel goed, dat James Webb veel dieper, in de nevel kan kijken. Linksonder de waarnemingen van infrarood
telescoop Spitzer en rechtsonder de infraroodwaarnemingen van de veel krachtigere James Webb. Wetenschappers
zijn vooralsnog - dolenthousiast, over wat James Webb laat zien. Maar, zo benadrukt Habart, dit is nog maar het begin.
“We werken hard om de Orion-data verder te analyseren en verwachten zeker nieuwe ontdekkingen omtrent de vorming
van stellaire systemen.”

> BRON <

Lay-out door:
Marcelius





Goed verstopte, Fraaie zesde foto van James Webb
- gevonden in dik Nasa - rapport

Door: Vivian Lammerse
14 Juli 2022



Op de ondersaande foto pronken geen oeroude sterrenstelsels of heldere gaswolken, maar onze eigen buur Jupiter!
Enkele dagen geleden werden we weggeblazen door de spectaculaire beelden die ruimtetelescoop James Webb ons voor
schotelde. Hoewel NASA al van tevoren hoge verwachtingen had geschept, bleken de kleurenfoto’s, waarmee we ’13 miljard
jaar terug in de tijd kunnen kijken’, inderdaad meer dan indrukwekkend. Hoewel vanzelfsprekend de meeste aandacht naar deze
vijf kleurenfoto’s uitging, bracht NASA op dezelfde dag een uitgebreid rapport over de prestaties van de krachtige ruimtetelescoop
uit. En in dit dikke NASA-rapport zit werkelijk een pareltje verstopt.

Bladzijde 9

Het gaat om een waanzinnige foto, die een onbeduidend plekje op pagina 9 van het rapport heeft gekregen. Op de foto pronken in
tegenstelling tot de vrijgegeven kleurenfoto’s geen oeroude sterrenstelsels of heldere gaswolken maar onze eigen buur Jupiter!
Niet alleen is de grootste gasreus uit ons zonnestelsel op fenomenale wijze door James Webb vastgelegd (je ziet zelfs zijn
ringen), ook drie van zijn manen - Europa, Thebe en Metis – zijn op de afbeelding te bewonderen. Sterker nog, zelfs
de schaduw van Europa is zichtbaar, net links van Jupiter’s befaamde Grote Rode Vlek.



De foto van Jupiter en zijn manen, gemaakt door de James Webb
telescoop. Afbeelding: NASA, ESA, CSA, en STScI

De beelden van Jupiter zijn vervaardigd met behulp van Webb’s Near-Infrared Camera (NIRCam). Hoewel deze nabij
infraroodcamera vooral geschikt is voor het detecteren van licht van jonge - sterren en sterrenstelsels in wording, blijkt dat
het ook wel raad weet met planeten. Voor de linkerafbeelding is gebruik gemaakt van een filter dat korte golflengten benadrukt.
De afbeelding rechts is gemaakt met een filter dat
juist lange golflengten van licht benadrukt.

Test

De beelden van Jupiter zijn al een tijdje geleden vervaardigd, toen James Webb nog in gereedheid werd gebracht en werd getest.
James Webb hield om twee verschillende redenen zijn ogen op de gasreus gericht. “Het observeren van een heldere planeet met
ringen en manen zou naar verwachting een uitdaging moeten zijn, vanwege verstrooid licht dat de gebruikte wetenschappelijke
instrumenten beïnvloedt,” zo valt er te lezen in het rapport. “Daarnaast moet de Fine Guidance Sensor in staat zijn om in de
buurt van de heldere planeet sterren te vinden. Daarom wilden we tijdens de tests tevens bewegende objecten met de
NIRCam volgen.”

Meer over de Fine Guidance Sensor

De Fine Guidance Sensor zorgt er met name voor dat de telescoop langdurig op de te bestuderen objecten
gericht kan blijven. Kortom, het instrument zorgt ervoor dat de telescoop zijn - missiedoelen goed en scherp kan
zien. Het instrument zal de telescoop telkens - opnieuw naar zijn doel leiden en de precisie behouden die Webb nodig
heeft om baanbrekende ontdekkingen te doen over onder andere sterren, exoplaneten en sterrenstelsels. De Fine Guidance
Sensor zal dan ook een cruciale - rol spelen tijdens de missie - van James Webb. Zo is dit het enige instrument dat tijdens elke
observatie zal worden gebruikt.

De foto van Jupiter stelt op alle vlakken gerust. Zo toont deze aan dat de telescoop prima in staat is om fijne details zoals manen en
ringen rond een planeet zo helder als Jupiter te fotograferen. Bovendien is met de foto bewezen dat Webb tevens bewegende doelen
kan volgen, zelfs wanneer er verstrooid licht van de heldere planeet aanwezig is. “Deze waarnemingen bevestigen de verwachting dat
het herkennen van sterren zonder - problemen zal verlopen, mits Jupiter ten minste 140” verwijderd is van de Fine Guidance Sensor,
” aldus het rapport.

Bovenverwachting

Missieteams hebben de afgelopen zes maanden met grote toewijding aan de voorbereidingen van het observatorium gewerkt.
Een belangrijk - onderdeel daarvan was het in kaart brengen van de prestaties, van de ruimtetelescoop. Al gauw kwamen de
onderzoekers tot de ontdekking dat de telescoop beter presteert dan gedacht. “De optica is beter uitgelijnd, de optische
prestaties zijn stabieler, de spiegels zijn schoner en de Fine Guidance Sensor is vele malen nauwkeuriger dan vereist,”
zo staat er in het rapport
beschreven.

Nu de voorbereidingsperiode er daadwerkelijk op zit, kunnen de onderzoekers eigenlijk maar één ding concluderen.
“Het belangrijkste resultaat van de zes maanden durende voorbereidingsperiode is dit: James Webb is volledig in staat
om de ontdekkingen te doen waarvoor het is gebouwd,” zo schrijven de auteurs verheugd. “James Webb werd gebouwd
met als doel ‘fundamentele - doorbraken mogelijk te maken in ons begrip van de vorming en - evolutie van sterrenstelsels
sterren en planetaire - systemen’. En nu, kunnen we met zekerheid stellen dat dit zal gebeuren. Met revolutionaire, mogelijk
-heden is James Webb begonnen aan de eerste van vele
jaren van wetenschappelijke ontdekkingen.”

> BRON <

Lay-out door:
Marcelius





James Webb - shortlist bekend:
Deze Kosmische Kroonjuwelen
krijgen we dinsdag 12 - 7 te zien


Door: Tim Kraaijvanger
11 Juli 2022



Eindelijk weten we welke objecten James Webb heeft gefotografeerd en waar we komende dinsdag beelden van te zien krijgen.
Het is een indrukwekkend lijstje! We zijn nog slechts dagen verwijderd waarop NASA de eerste kleurenfoto’s van de James Webb-
telescoop vrijgeeft. We weten nog niet veel over de foto’s, behalve dat deze volgens de Amerikaanse-ruimtevaartorganisatie “zeker
een wauw zullen opleveren.” Gisteren kregen
we al een eerste voorproefje te zien.

Nu onthult de Europese ruimtevaartorganisatie welke objecten James Webb de afgelopen periode in het vizier had en waar we kleuren
foto’s van te zien krijgen, namelijk: – De Carinanevel. Deze nevel werd in 2010 gefotografeerd door de Hubble-telescoop. Het is één van
de grootste en helderste nevels die vanaf het aardoppervlak te zien is. In deze nevel worden veel sterren geboren. De Carinanevel is 7.600
lichtjaar van de aarde
verwijderd.




De Carinanevel werd in 2010 gefotografeerd door de Hubble-telescoop. Deze foto wordt gezien als één van Hubble’s hoogtepunten.
– Het spectrum van WASP-96b. Dit is een grote exoplaneet, oftewel een planeet buiten ons zonnestelsel. WASP-96b is 1.150 licht
jaar van de aarde verwijderd en draait iedere 3,4 dagen om zijn moederster. De atmosfeer van WASP-96b is volledig wolkenvrij
en dat is vrij zeldzaam. – NGC 3132, oftewel de zogenoemde Zuidelijke Ringnevel. Dit is een planetaire nevel in het sterren
beeld Zeilen. De nevel is 2000 lichtjaar van de aarde verwijderd. Een planetaire nevel is een groeiende gaswolk
rondom een stervende ster. De nevel heeft een diameter van een halve lichtjaar.



Zuidelijke Ringnevel, gefotografeerd door de Hubble-telescoop. In het midden van de nevel is de stervende ster zichtbaar.
– Het Kwintet van Stephan is een groep van sterrenstelsels op 290 miljoen lichtjaar van de aarde. Deze groep lijkt uit vijf sterren
stelsels te bestaan, maar later werd bekend dat één sterrenstelsel - NGC 7320 - veel dichter bij de aarde ligt dan de andere leden.
Eigenlijk is het dus een
kwartet.



– Het laatste object is SMACS 0723. Dit is een cluster, van sterrenstelsels. Dit cluster, vormt een kosmische lens, waardoor het licht
van verre en zwakke achtergrondstelsels, wordt versterkt. Nog paar - nachten slapen en dan krijgen we deze foto’s te zien en krijgen
we na decennia eindelijk een goed beeld van de capaciteiten, en mogelijkheden van de geestelijke opvolger van de Hubble-telescoop.

> BRON <

Lay-out door:
Marcelius





Bevende sterren, mysterieuze macromoleculen
en oer-zonnen: nieuwe dataset van Gaia laat
het hart van menig astronoom sneller
kloppen


Door: Caroline Kraaijvanger
20 Juni 2022



Astronomen hebben er reikhalzend naar uitgezien; de nieuwe dataset van ruimtetelescoop
Gaia. Vandaag is deze vrijgegeven. En er blijken nogal wat verrassingen in schuil te gaan.

Eén van de grootste verrassingen is wel, dat uit de dataset blijkt dat ruimte - telescoop in staat is om sterbevingen
te detecteren. Dit zijn heel kleine bewegingen aan het oppervlak van de ster die de vorm van zo’n ster veranderen. De
telescoop is niet gebouwd om dergelijke bevingen te detecteren, maar kan dat dus wel. Sterker nog: det telescoop heeft
volgens de nieuwe dataset al duizenden sterren zien beven. En daar zijn ook sterren bij waarvan de theorie dicteert dat ze
helemaal niet kunnen beven. Onderzoekers zijn in nopjes, met die gespotte bevingen – ook al betekent het, dat ze sommige
van hun ideeën over hoe sterren werken en in elkaar steken enigszins moeten herzien. Sterbevingen leren ons veel over sterren,
met name over hun inwendige processen,” stelt onderzoeker Conny Aerts. “Gaia opent een goudmijn voor de ‘asteroseismologie’
van massieve
sterren.”


Wat is Gaia?

Gaia is een in 2013 door de Europese ruimtevaartorganisatie (ESA) gelanceerde ruimtetelescoop die ontworpen is om ongeveer
één procent van de 100 miljard sterren in onze Melkweg te onderzoeken. Het hoofddoel is daarbij om voor elk van die 1 miljard
sterren herhaaldelijk vast te stellen hoe helder ze zijn, waar ze zich bevinden, hoe ze zich door de Melkweg bewegen, hoe oud
ze zijn en hoe ze in elkaar steken. Het moet resulteren in de meest nauwkeurige en complete multidimensionale kaart van
de Melkweg en meer inzicht geven in hoe ons sterrenstelsel zich de afgelopen miljarden jaren geëvolueerd heeft. Door
sterren herhaaldelijk en gedetailleerd te bestuderen, kan Gaia ook meer te weten komen over de omgeving ervan.
Zo kunnen kleine wiebelende bewegingen van sterren er bijvoorbeeld op wijzen dat ze vergezeld worden door
een andere ster of planeet. Eerder schatten onderzoekers dat Gaia op deze wijze tussen de 10.000 en
50.000 exoplaneten zou kunnen ontdekken. Op vergelijkbare wijze zou de telescoop ook bruine
dwergen (mislukte sterren) in een baan rond sterren kunnen detecteren. Bovendien leent
Gaia zich – dankzij het feit dat deze ook uitermate gevoelig is voor het detecteren
van lichtzwakke en bewegende objecten heel goed voor het detecteren
van dwergplaneten en planetoïden in ons eigen zonnestelsel.

Oersterren

Naast de sterbevingen onthult Gaia met de nieuwe dataset ook de grootste chemische kaart van het
sterrenstelsel gekoppeld aan 3D-bewegingen. In andere woorden: van een groot aantal sterren in onze Melkweg
weten we nu niet alleen hoe ze zich door het sterrenstelsel bewegen, maar ook hoe ze in elkaar steken. En die chemische
samenstelling onthult weer meer over de oorsprong van die sterren. Zo blijken sommige sterren in onze Melkweg gemaakt
te zijn van oermaterie. Deze sterren bestaan voornamelijk uit de lichte elementen die tijdens de oerknal zijn gevormd (waterstof
en helium). Andere sterren herbergen juist weer meer zware metalen en dat verraadt dat ze veel jonger zijn; zware metalen ontstaan
namelijk in sterren en komen pas vrij als die sterren sterven. Sterren die zware metalen herbergen zijn dan ook gevormd uit interstellair
gas en stof dat door die stervende sterren met zware metalen verrijkt is en zijn dus automatisch veel jonger dan die oersterren, die
gevormd werden toen er nog geen of nauwelijks zware metalen voorhanden waren. En dankzij Gaia weten we nu dus dat beide
soorten sterren de oersterren en de latere generaties metaalrijke sterren in ons sterrenstelsel vertegenwoordigd zijn. En
daarbij geldt, zo toont Gaia aan, dat de sterren die dicht bij het centrum en vlak van onze Melkweg liggen, rijker
zijn aan metalen dan
sterren op grotere
afstanden.


Evolutie van onze Melkweg

Daarnaast heeft Gaia opnieuw op basis van de chemische samenstelling van sterren ook vastgesteld dat sommige
sterren die we nu in onze Melkweg aantreffen, hier eigenlijk niet thuishoren. Ze zijn afkomstig uit andere sterrenstelsels.
“Ons melkwegstelsel, is een prachtige smeltkroes van sterren,” concludeert onderzoeker Alejandra Recio-Blanco. Voor
astronomen is die diversiteit aan sterren uiterst informatief. Want de chemische samenstelling van sterren verraadt
waar ze gevormd zijn. En als je dat combineert met de huidige positie van sterren, kun je je een beeld gaan
vormen van de reis die deze sterren hebben afgelegd en daarmee ook van de evolutie van onze
Melkweg. “Het toont de migratieprocessen binnen ons sterrenstelsel en de aantrekking
vanuit externe sterrenstelsels,” aldus Recio-Blanco. “Het laat ook duidelijk zien
dat onze zon, en wij, allemaal deel uitmaken van een steeds
veranderend systeem, gevormd dankzij de samen
voeging van sterren en gas met
een verschillende
oorsprong.”


Dubbelsterren, macromoleculen en planetoïden

In de dataset treffen we verder ook informatie aan over de massa en evolutie van meer dan 800.000 binaire
systemen, oftewel dubbelsterren. Maar ook is in de dataset informatie te vinden over 10 miljoen veranderlijke sterren
en nog tamelijk mysterieuze macromoleculen tussen sterren. En ondertussen werpt Gaia met nieuwe data over 156.000
planetoïden en passant ook een nieuw licht op de oorsprong van ons eigen zonnestelsel. “In tegenstelling tot andere missies
die specifieke objecten als doel hebben is Gaia een survey-missie,” zo licht Timo Prusti, namens ESA, toe. “Dat betekent dat Gaia
terwijl ze de hele hemel met miljarden sterren meerdere malen afspeurt, onvermijdelijk ontdekkingen zal doen die andere, meer
specifieke missies zouden missen. En dat blijkt ook maar weer uit die rijke dataset die astronomen - sinds vandaag tot
hun beschikking
hebben.


Het is overigens niet voor het eerst dat Gaia een rijke dataset prijsgeeft de telescoop is alweer heel wat jaren actief
en heeft al twee keer eerder data vrijgegeven. De eerste keer dat dat gebeurde, was in 2016. Toen onthulde de dataset
de positie van 1,1 miljard sterren en de beweging van 2 miljoen sterren. Een tweede, nog veel uitgebreidere, dataset werd
onthuld in april 2018. En vandaag is voor de derde maal een enorme verzameling data vrijgegeven. De dataset bevat nieuwe
en verbeterde informatie over, bijna 2 miljard sterren in de Melkweg. Zo weten we dankzij de nieuwe dataset nu nog van veel
meer sterren hoe ze chemisch gezien in elkaar steken, wat hun kleur, massa en leeftijd is en welke radiële snelheid ze hebben
(oftewel met welke snelheid ze naar ons toe of van ons vandaan bewegen). Maar net als in vorige jaren, is het vrijgeven van
de data slechts de opmaat naar meer; het is nu namelijk aan astronomen, om de data nader onder de loep, te nemen en
deze te gaan duiden. Prusti: “We kunnen niet wachten, tot de astronomische gemeenschap in onze nieuwe gegevens
duikt en nog meer over ons sterrenstelsel en zijn omgeving te weten komt dan we ons hadden kunnen voorstellen.

> BRON <

Lay-out By:
Marcelius





IJsreus Uranus ziet wat Pips

Door: Caroline Kraaijvanger
11 Juni 2022

Uranus Planeet

Uranus en Neptunus hebben ongelofelijk veel, met elkaar gemeen. Alleen hun kleurtje is, om tot voor kort onverklaarbare
redenen, net wat anders. En wetenschappers hebben nu ook enigszins tot hun eigen - verrassing ontdekt - hoe dat komt. Aan
de rand van ons zonnestelsel bevinden zich de twee ijsreuzen: Uranus en Neptunus. En dat zouden tweelingbroertjes van elkaar
kunnen zijn; ze hebben ongeveer dezelfde massa, ongeveer dezelfde omvang en ook de samenstelling van hun atmosfeer is vrij
wel identiek. Maar opvallend genoeg zijn ze uiterlijk juist heel anders; Uranus is wat ‘bleker’ dan de helderblauwe Neptunus.

Nevel

Lang was onduidelijk, hoe dat kleurverschil te verklaren is. Maar in het Journal of Geophysical - Research: Planets komen
onderzoekers nu met een passende verklaring op de proppen. Volgens de wetenschappers is in de atmosfeer van zowel Uranus
als Neptunus een laag te vinden die uit een dikke nevel bestaat. In het geval van Uranus is die nevel echter net wat dikker waardoor
de planeet op zichtbare
golflengten wat
bleker oogt.

Model

De onderzoekers trekken die conclusie op basis van een model dat ontwikkeld is om de verschillende lagen van de atmosfeer van
Neptunus en Uranus te beschrijven. En wat dit model – ten opzichte van eerdere, vergelijkbare modellen uniek maakt, is dat het
rekening houdt met hoe die lagen op een breed scala aan golflengten tot uiting komen. “Dit is het eerste model dat overeen
komt met waarnemingen van gereflecteerd zonlicht op ultraviolet tot nabij-infrarode golflengtes,” stelt onderzoeker
Patrick Irwin. “Het is ook het eerste model dat het zichtbare verschil in kleur tussen Uranus en Neptunus
kan verklaren.”

Hoe werkt het?

Met behulp van modellen testen onderzoekers in feite ideeën of voorspellingen omtrent bepaalde fenomenen
die niet gemakkelijk op een andere manier getoetst kunnen worden. In dit geval moest het model de onderzoekers
een beter beeld geven van de atmosferen van Uranus en Neptunus. En dan met name, de wolken en nevels die daarin
voorkomen. Met het model probeerden de onderzoekers, een atmosfeer te simuleren, die er op verschillende golflengtes
net zo uitzag als - telescopen die op overeenkomstige - golflengtes observeren, deze waarnemen. In dit geval was het model
gestoeld op waarnemingen van de Gemini North Telescope, de NASA Infrared Telescope Facility en de Hubble Space Telescope.

Kleurverschil

En de onderzoekers slaagden er met het model dus in om de atmosfeer van Neptunus en Uranus zo te beschrijven dat deze op
verschillende golflengten identiek was aan wat de hierboven genoemde telescopen zagen. En het model beschrijft de atmos
feren als bestaande uit drie met aerosolen gevulde lagen die zich op verschillende hoogtes in die atmosfeer bevinden. Het
kleurverschil zou daarbij in de middelste laag ontstaan, in het onderzoeksartikel aangeduid als de ‘Aerosol-2-laag’. Op
beide planeten zouden in deze laag aerosolen te vinden zijn, waarop methaanijs condenseert, waarna de deeltjes
zwaarder worden en als methaansneeuw dieper de atmosfeer in getrokken worden. Omdat Neptunus een
veel actievere en turbulentere atmosfeer heeft dan Uranus zou Neptunus veel beter (en sneller) in
staat zijn om methaandeeltjes naar die middelste laag in de atmosfeer te transporteren en
als methaansneeuw naar beneden te laten vallen. Hierdoor is de nevel in deze
atmosferische laag op Neptunus dunner dan die op Uranus.
En dat leidt tot het kleurverschil dat we
zien, zo stellen de onder
zoekers.



Zoals gezegd zijn Neptunus en Uranus op zichtbare golflengtes allebei blauw. Dat komt doordat hun atmosfeer
rijk is aan methaan dat vooral rood licht van de zon absorbeert en blauw licht van de zon juist reflecteert. Uranus’ atmosfeer
beschikt echter over een aanzienlijk dikkere nevellaag die de helderblauwe kleur ‘dempt’. “De Aerosol-2-laag in Uranus atmosfeer
is een factor twee dikker dan die van Neptunus,” zo schrijven de onderzoekers. “En aangezien deze deeltjes (waaruit die nevel is
opgebouwd, red.) ultraviolet licht absorberen, kan dat verklaren waarom Uranus voor het menselijk oog een lichtblauwere
kleur heeft dan Neptunus.” Want het licht dat deze deeltjes reflecteren, is opnieuw in onze ogen wat witter. En zo
maakt de nevel Uranus wat lichter blauw. Als de nevel op Uranus net als die van Neptunus de helft
dunner was geweest, zou de planeet net zo helderblauw zijn geweest als Neptunus.
Afbeelding: NASA / JPL-Caltech / B. Jónsson.

Bonus

Het is een ietwat verrassende ontdekking, zo stelt onderzoeker Mike Wong. “We hoopten dat dit model ons zou
helpen om de wolken en nevels in de atmosferen van ijsreuzen beter te begrijpen. Het verklaren van het verschil in kleur
tussen Uranus en Neptunus was een onverwachte bonus!” En daarmee lijkt de pipse Uranus nu één van zijn geheimen prijs
te hebben gegeven. Maar er zijn er nog veel meer; er is ontzettend veel wat we niet weten van deze planeet. En daarom
spoorden wetenschappers de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA enkele maanden geleden nog aan om een
missie naar Uranus op poten te zetten. Dat zou een schat aan informatie over de ijsreus op moeten leveren en
ook ons begrip over soortgelijke planeten rondom
andere sterren moeten
vergroten.



> BRON <


Lay-out By:
Marcelius



KRACHTIGSTE RUIMTE TELESCOOP OOIT NOG MAAR EEN
PAAR WEKEN VERWIJDERD VAN EERSTE WAARNEMINGEN


Door: Vivian Lammerse
30 Mei 2022




En het begint al gelijk goed: James Webb trapt af met het bestuderen van twee bijzonder interessante superaardes.
Stel je voor dat de aarde veel, veel dichter bij de zon zou staan. Zo dichtbij, dat een heel jaar maar een paar uur duurt.
Op het ene halfrond is het permanent dag, terwijl het andere halfrond in eindeloze, duisternis is gehuld. Oceanen koken
er weg, rotsen smelten en uit de wolken regent het lava. Hoewel zoiets niet bestaat in ons eigen zonnestelsel, zijn planeten
zoals deze rotsachtig, ongeveer ter grootte van de aarde, extreem heet en dicht bij hun - moederster niet ongewoon - in het
Melkwegstelsel. Hoe de oppervlakken en atmosferen van deze bizarre planeten eruitzien? Ruimtetelescoop James Webb staat
op het punt een aantal antwoorden te geven!

Aan de slag

Inderdaad, want het is eindelijk zo ver: ruimtetelescoop James Webb gaat bijna aan de slag! De telescoop werd op eerste kerstdag
gelanceerd en arriveerde ongeveer een maand later op de plaats van bestemming. De afgelopen maanden zijn ingenieurs bezig
geweest de instrumenten te kalibreren en de spiegelsegmenten zo uit te lijnen dat ze samen als één grote spiegel functioneren.
Ook is de krachtige ruimtetelescoop ondertussen goed afgekoeld, dat is nodig om het infrarode licht van lichtzwakke, verre
objecten waar te nemen. En dus hoeven we niet lang meer te wachten. Want over slechts weken gaat de spannende
missie van James Webb eindelijk écht van start.

Superaardes

Het begint al gelijk goed. Want James Webb zal als eerste twee hete exoplaneten onder de loep gaan
nemen, die vanwege hun grootte en rotsachtige samenstelling als ‘superaardes’ worden aan
gemerkt. Het betreft de met lava bedekte 55 Cancri e en de luchtloze LHS 3844 b.



De rotsachtige exoplaneten LHS 3844 b en 55 Cancri e vergeleken met de aarde en Neptunus. Zowel 55 Cancri e
als LHS 3844 b bevinden zich qua grootte en massa tussen de aarde en Neptunus in, maar qua samenstelling lijken ze
meer op de aarde. Afbeelding: NASA, ESA, CSA, Dani Player (STScI)

55 Cancri e bevindt zich op zo’n 40 lichtjaar afstand van de aarde en draait gevaarlijk dicht rondom zijn moederster. Zo heeft
deze planeet een omloopbaan van minder dan 18 uur en staat hiermee 26 keer dichter bij zijn moederster dan de afstand
tussen Mercurius en de zon. Het betekent dat de oppervlaktetemperaturen fors oplopen, waardoor 55 Cancri e
mogelijk bedekt is met een
oceaan van
lava.


Mysterie

Er is alleen iets geks met deze superaarde aan de hand. Planeten die namelijk zo dicht rond hun moederster draaien, worden
verondersteld ‘getijde-vergrendeld’ te zijn. Dit betekent dat ze een - dag en nachtzijde hebben, waarbij de dagzijde - permanent
op de moederster gericht is. Als gevolg hiervan zijn de - temperaturen het hoogst - op de plek die het meest direct naar de ster is
gericht. Bovendien zou de - hoeveelheid warmte - die van de dagzijde komt in de loop van de tijd - redelijk constant moeten blijven.
Maar dit is allebei op 55 Cancri e verrassend
genoeg precies niet het geval.

Atmosfeer

Aan James Webb de taak om dit mysterie te ontraadselen. “55 Cancri e zou een dikke atmosfeer kunnen hebben die wordt gedomineerd
door zuurstof of stikstof,” verklaart onderzoeker Renyu Hu. “Als 55 Cancri e inderdaad over een atmosfeer beschikt, is Webb in staat deze
te detecteren en te bepalen waar het uit bestaat.” Een andere mogelijkheid is dat 55 Cancri e niet getijde -vergrendeld is en een gewone
dag-nachtcyclus heeft. In dit scenario zou het oppervlak gedurende de dag opwarmen, smelten en zelfs verdampen waardoor een zeer
dunne - atmosfeer ontstaat die Webb - kan detecteren. ‘s Avonds zou de damp afkoelen, en condenseren, waardoor er druppeltjes
lava worden gevormd die op het oppervlak regenen
en weer vast worden als de avond valt.

LHS 3844 b

Terwijl 55 Cancri e inzicht zal geven in de exotische geologie van een met lava bedekte wereld, biedt LHS 3844 b een unieke
kans om het vaste gesteente op een exoplaneet te analyseren. Net als 55 Cancri e draait LHS 3844 b extreem dicht rond
zijn moederster en voltooit elke 11 uur één omwenteling. Omdat zijn moederster echter relatief klein en koel is
lopen de temperaturen op het oppervlak niet extreem hoog op. Eerdere waarnemingen hebben
bovendien aangetoond dat de planeet geen atmosfeer heeft.
En dat is interessant.

Gesteentes

Hoewel het oppervlak van LHS 3844 b niet rechtstreeks met Webb in beeld gebracht kan worden, maakt de
afwezigheid van een verduisterende atmosfeer het mogelijk om het oppervlak met spectroscopie te bestuderen.
“Verschillende soorten gesteente hebben verschillende spectra,” legt onderzoeker Laura Kreidberg uit. “Je kunt met
je eigen ogen zien dat graniet lichter van kleur is, dan basalt. En soortgelijke verschillen zijn waarneembaar in infrarood.”
De onderzoekers zullen met behulp van MIRI (het instrument van James Webb dat zich richt op straling in het mid-infrarood)
het thermische emissiespectrum van de dagzijde van LHS 3844 b bestuderen en dit vervolgens vergelijken met dat van bekende
gesteenten – zoals basalt en graniet – om de samenstelling te bepalen. Als de planeet vulkanisch actief is, kan het spectrum, ook
sporen van vulkanische
gassen aan het licht
brengen.


Belang

Het belang van de waarnemingen van 55 Cancri e en LHS 3844 b reikt veel verder dan het simpelweg bestuderen van twee van de
ondertussen meer dan 5000 bevestigde exoplaneten. “Het verschaft ons fantastisch nieuw inzicht in aardachtige planeten, zegt
Kreidberg. Bovendien vertelt het ons meer over hoe de vroege aarde eruit zou kunnen hebben gezien toen het net zo heet
was als deze planeten nu zijn.”

Dit is overigens nog maar het begin. Want Webb zal elke fase van de kosmische geschiedenis onderzoeken van
binnen het zonnestelsel tot de verste waarneembare sterrenstelsels in het vroege heelal en alles daartussenin. De
verwachting is dan ook dat deze krachtigste telescoop ooit gebouwd nieuwe en onverwachte ontdekkingen zal ont
hullen en de mensheid zal helpen de oorsprong van het universum en onze plaats daarin beter te begrijpen. De James
Webb-telescoop is zo groot als een tennisveld en moet onze kijk op het universum (en onszelf) radicaal gaan veranderen.
Benieuwd wat de telescoop allemaal
gaat bekijken en onderzoeken?

> BRON <

Lay-out door:
Marcelius





Nabije Ster Proxima Centauri brengt
Monsterachtige - Zonnevlam voort


Door: Vivian Lammerse
15 Mei 2022




Artistieke impressie van een planeet die door Proxima Centauri wordt
gebombardeerd met hoogenergetische straling. Afbeelding: NRAO/S.
Dagnello.

In een paar seconden tijd werd de ster op ultraviolette - golflengten maar liefst 14000 keer(!) helderder.
We weten al een tijdje dat Proxima Centauri – de ster die zich het dichtst bij ons zonnestelsel bevindt zonnevlammen
produceert. Maar dat de ster ook monsterachtige varianten voortbrengt, kwam als een complete verrassing. Onlangs hebben
wetenschappers de grootste - zonnevlam ooit afkomstig van Proxima Centauri gedetecteerd. En dat heeft tevens gevolgen voor
onze jacht op buitenaards
leven.

Meer over Proxima Centauri

Zoals gezegd bevindt de ster Proxima Centauri zich op een relatief korte afstand van de aarde. Zo is de ster slechts 4 lichtjaar van
ons verwijderd. Voor zover we weten herbergt Proxima Centauri twee planeten, waarvan eentje weleens behoorlijk op de aarde
zou kunnen lijken. Daarnaast is de ster een zogenoemde rode dwerg; dit zijn de meest voorkomende en langstlevende sterren
in het heelal. Rode dwergen zijn een stuk koeler dan onze zon én hebben een mindere massa. Zo heeft Proxima Centauri
bijvoorbeeld ongeveer een achtste van
de massa van onze eigen zon.

Proxima Centauri is een kleine, maar machtige ster. We moeten ‘m dan ook zeker niet onderschatten. In de studie,
gepubliceerd in het vakblad The Astrophysical Journal Letters, observeerden de onderzoekers de nabij ster
veertig uur lang met behulp van maar liefst negen telescopen, waaronder ruimtelescoop Hubble,
Atacama Large Millimeter/submillimeter Array, en planetenjager TESS. En terwijl ze
naar de ster tuurden, gebeurde er
iets opvallends.

Zonnevlam

De onderzoekers kwamen tot de ontdekking dat Proxima Centauri ineens een gigantische zonnevlam voortbracht.
Dit is een enorme energie-uitbarsting op het oppervlak van een ster. “In slechts enkele luttele - seconden werd de ster
op ultraviolette golflengten maar liefst 14000 keer helderder,” vertelt onderzoeks leider Meredith MacGregor. De monster
achtige zonnevlam was zelfs één van de meest gewelddadige die wetenschappers ooit hebben gezien. Zo was de waargenomen
zonnevlam zo’n 100 keer krachtiger dan elk soortgelijk exemplaar. De gehele gebeurtenis nam slechts zeven seconden, in beslag.

Aliens

De krachtige vrijgekomen straling die tijdens een zonnevlam gegenereerd wordt heeft verstrekkende gevolgen voor planeten in de
buurt. Want het is zeer aannemelijk dat zo’n planeet tijdens de zonnevlam gebombardeerd wordt met hoogenergetische deeltjes.
Het betekent dat planeten zelfs volledig van hun atmosfeer kunnen worden ontmanteld, waardoor levensvormen blootgesteld
worden aan dodelijke straling. “Als er leven is op de planeet die zich het dichtst bij Proxima Centauri in de buurt bevindt,
dan ziet dat er waarschijnlijk heel anders uit dan op aarde,” zegt MacGregor. “Een mens op deze planeet zou een
buitengewoon nare
tijd hebben
gehad.”


Zoals gezegd is het voorkomen van zonnevlammen op Proxima Centauri allesbehalve een zeldzaamheid.
Ook gedurende de veertig uur die de onderzoekers naar de ster tuurden, hebben ze veel zonnevlammen weliswaar
van verschillende ordes – voorbij zien komen. “Planeten rondom Proxima Centauri worden minstens één keer per dag,
zij het niet meerdere keren op een dag,
gebombardeerd,” aldus
MacGregor.

Millimeter-golflengten

Hoewel er tijdens de zonnevlam niet veel zichtbaar licht werd geproduceerd genereerde het wel ultraviolet en radio of ‘millimeter’
straling. “In het verleden wisten we niet dat er zelfs op deze millimeter-golflengten activiteit is, zegt MaGregor. Dit is de eerste keer
dat we op zoek gingen naar zonnevlammen op deze millimeter-golflengten.” Momenteel vermoeden onderzoekers nog dat zonne
vlammen ontstaan door een plotselinge verandering in het magnetisch veld van een ster. Maar de waargenomen millimeter
signalen kunnen volgens de onderzoekers mogelijk meer belangrijke informatie onthullen over hoe sterren deze
krachtige uitbarstingen van energie
precies genereren.

De bevindingen uit de studie suggereren dat de vrij opvliegende ster Proxima Centauri mogelijk nog
meer verrassingen voor ons in petto heeft. “Er zullen waarschijnlijk nog meer rare soorten
zonnevlammen bestaan die verschillende soorten fysica aantonen en waar we
tot nu toe nog niet over hebben nagedacht,” zegt MacGregor.
De toekomst zal het
uitwijzen.



> BRON <


Lay-out door:
Marcelius




Het supermassieve zwarte gat beweegt zich met
een snelheid van 177 duizend kilometer per uur.

Door: Vivian Lammerse
14 Mei 2022



Het supermassieve zwarte gat beweegt zich met een snelheid van 177 duizend kilometer per uur.
Wetenschappers vermoeden al enige tijd dat superz-ware zwarte gaten door de ruimte kunnen dwalen.
Het is echter erg lastig gebleken om er één op heterdaad te betrappen. Tot nu. Want onderzoekers onthullen
in een nieuwe studie dat ze op een heus bewegend zwart gat zijn gestuit.

Zoektocht

In de studie onderzocht het team in eerste instantie tien verre sterrenstelsels en de supermassieve zwarte gaten die
zich in het midden van deze stelsels ophouden. De onderzoekers bestudeerden alleen de zwarte gaten die water in hun
zogenaamde ‘accretieschijf’ herbergen. De materie in deze schijf rondom het zwarte gat wordt enorm verwarmd, waardoor
röntgenstraling ontstaat. Terwijl het water rond het zwarte - gat cirkelt, produceert het een laserachtige - straal van radiolicht
dat ook wel bekend staat als een maser. Met behulp van deze masers kunnen we de snelheid van een zwart gat heel nauwkeurig
meten,” vertelt onderzoeksleider Dominic Pesce.

Beweging

De onderzoekers ontdekten dat negen van de tien onderzochte superzware zwarte gaten stilstonden. Maar opvallend genoeg leek één
van de zwarte gaten wél in beweging te zijn. Vervolgonderzoek kon natuurlijk niet uitblijven. En met behulp van de Arecibo radiotelescoop
in Puerto Rico en het Gemini-observatorium werd het vermoeden bevestigd: één van de bestudeerde zwarte gaten was wel degelijk on the
move.

J0437 + 2456

Het rusteloze zwarte gat bevindt zich in het centrum van het sterrenstelsel J0437 + 2456, op zo’n 230 miljoen lichtjaar afstand van de
aarde. Zijn massa is ongeveer drie miljoen keer die van onze zon. Het team ontdekte dat het supermassieve zwarte gat zich met een
snelheid van 177 duizend kilometer per uur voortbeweegt.

Foto van sterrenstelsel J0437+2456.

Het is een hele interessante ontdekking. Want bewegende superzware zwarte gaten zijn een grote uitzondering.
“We denken niet dat de meerderheid van de supermasieve zwarte gaten beweegt, de meeste blijven gewoon zitten
waar ze zitten,” legt Pesce uit. “Dat komt omdat ze zo zwaar zijn, waardoor het moeilijk is om ze in beweging te krijgen.
Het is bijvoorbeeld ook veel moeilijker om een bowling bal te laten rollen dan om tegen een voetbal te schoppen. In het
huidige geval is de ‘bowlingbal’ een paar miljoen keer de massa van onze zon. Daar is een - flinke trap - voor nodig.”

Verklaring

Wat de beweging van het zwarte gat in het centrum van sterrenstelsel J0437 + 2456 precies veroorzaakt, blijft in nevelen
gehuld. Het onderzoeksteam houdt er echter twee verklaringen op na. “Wat we zien is mogelijk de nasleep van twee super
zware zwarte gaten die samensmelten,” oppert onderzoeker Jim Condon. “Het resultaat van zo’n fusie kan ervoor zorgen
dat het pasgeboren zwarte gat ‘terugdeinst’. Mogelijk zien we dat nu gebeuren, of slaan we het zwarte gat gade terwijl
het weer tot rust komt. Maar er is nog een – en misschien zelfs nog spannender mogelijkheid: het zwarte gat maakt
misschien wel deel uit van een heus binair systeem. “Ondanks dat men denkt dat dit soort systemen er in over
vloed zijn, zijn wetenschappers er tot op heden nog niet in geslaagd om binaire superzware zwarte
gaten aan het licht te brengen,” aldus Pesce. “Maar mogelijk maakt het zwarte gat in
het centrum van J0437 + 2456 deel uit van zo’n paar en zien we zijn
metgezel niet vanwege een gebrek aan
miseremissie.”


Het is een opwindende theorie. Maar of het waar is, zal toekomstig onderzoek moeten uitwijzen.
Verdere waarnemingen zullen volgens de onderzoekers - hard nodig zijn om de ware oorzaak van de
ongewone beweging van het supermassieve zwarte gat in het centrum van J0437 + 2456 te ontmaskeren.

> BRON <

Lay-out by
Marcelius